Wanneer een parodontoloog raadplegen?

Hoewel parodontitis dramatische gevolgen kan hebben, zijn de symptomen niet steeds even duidelijk. Zo gaat parodontitis zelden gepaard met pijn.

Bij (één van) de volgende symptomen is het echter aangewezen uw tandarts of parodontoloog te raadplegen:

  • loskomende tanden of tanden die geleidelijk aan lijken uit te waaieren
  • rood, gezwollen of gevoelig tandvlees
  • tandvlees dat gemakkelijk bloedt tijdens het poetsen of bij het gebruiken van interdentale floss
  • terugtrekkend tandvlees
  • afvloei van etter tussen tandvlees en tand
  • slechte ademgeur

Opgelet!

Rokers zijn duidelijk vatbaarder voor parodontitis dan niet-rokers, terwijl de symptomen bij hen vaak nog minder duidelijk zijn. Zo zullen rokers zelden last hebben van bloedend tandvlees. Ook diabetes (suikerziekte) of andere (genetische) aandoeningen verhogen de vatbaarheid voor parodontale problematiek. Er is vaak ook een familiale aanleg voor parodontitis.

Bij vermoeden van parodontale problemen, is het raadzaam de tandarts (of parodontoloog) te vragen een kort onderzoek uit te voeren (de zogenaamde "DPSI index"). Op deze manier kan snel bepaald worden of er nood is aan verder gespecialiseerd onderzoek.

Wat kan u verwachten bij een eerste parodontale raadpleging

Tijdens de eerste raadpleging worden onderzoeken uitgevoerd om een diagnose te kunnen stellen en een behandelingsplan op te maken.

Daarom wordt in eerste instantie navraag gedaan naar de medische en tandheelkundige voorgeschiedenis. Aangezien bepaalde medicatie of algemene aandoeningen van invloed kunnen zijn op het parodontium, is het van belang hier melding van te maken en ook elke wijziging nadien aan de parodontoloog door te geven.

Verder wordt een specifiek parodontaal onderzoek uitgevoerd, waarbij verschillende kenmerken van ontsteking worden opgespoord en genoteerd. Zo wordt onder andere nagekeken of het tandvlees snel bloedt bij aanraken, of het tandvlees ergens losgelaten heeft van de tanden (de zogenaamde "pockets") en of er eventueel al tanden los staan. Ook wordt nota gemaakt van de toestand van de mondhygiëne.

Aanvullende informatie wordt verkregen aan de hand van een röntgenonderzoek. Op deze manier kan immers worden nagegaan of er botverlies is, en zo ja, op welke manier dit botverlies zich manifesteert. Nadat alle gegevens verzameld zijn, wordt een behandelingsplan opgesteld.

De toestand van het parodontium en het behandelingsplan worden vervolgens met de patiënt overlegd en er wordt een verslag gemaakt voor de behandelende algemene tandarts en / of (huis)arts.


Van het bestuur van de BVP-SBP